
Opinie: zonder controlerende macht geen democratie
Wil jij leven in een wereld waarin degene met het meeste geld ook de meeste macht heeft? En stel je die vraag opnieuw, maar met dit in gedachten: wat als degene met dat geld – en dus die macht – belangen heeft die haaks staan op wat jij belangrijk vindt?
Het antwoord lijkt simpel. Geen weldenkend mens zou instemmen met een wereld waarin rijkdom en macht geconcentreerd zijn op één plek. Het is niet alleen onrechtvaardig, maar ook gevaarlijk. Het maakt samenlevingen kwetsbaar, laat hele groepen buiten spel staan en ondermijnt de kern van een democratie waarin iedereen idealiter gelijkwaardige invloed heeft.
Toch is dit precies de richting waarin we ons wereldwijd bewegen. De grens tussen politieke macht en economische rijkdom is steeds verder vervaagd. Rijkdom is de dominante machtsbron geworden, en het vertrouwen van burgers is daarvan het slachtoffer. Zoals Martin Wolf, hoofdcommentator van de Financial Times, het treffend verwoordt: als economische macht politieke macht overneemt, wordt de kern van de democratie uitgehold.
De onmisbare rol van de controlerende macht
Om te voorkomen dat de rijksten de meeste macht hebben, is tegenmacht essentieel in een gezonde democratie. Zonder tegenmacht zouden de toeslagenouders nooit op de politieke agenda zijn gekomen. Zonder tegenmacht waren de Groningers hun belangen in de gaswinningscrisis voorgoed kwijtgeraakt. En denk ook aan onderwerpen als kinderarbeid, uitbuiting textielarbeiders, milieudegradatie. Tegenmacht is geen luxe, maar een noodzakelijke voorwaarde om rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid in een rechtsstaat te waarborgen.
Overheidsfinanciering van tegenmacht is hierin cruciaal. De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) stelde in 2016 al dat overheidsfinanciering een gangbare praktijk is om democratische tegenmacht effectief te maken. Maar dit gaat verder dan subsidies. Het gaat om het creëren van een gelijk speelveld waarin niet alleen de grootmachten – met hun oneindige middelen – invloed kunnen uitoefenen.
Democratie versterken door alle stemmen te horen
Het artikel in De Telegraaf over het “lobbyschandaal” in Brussel suggereert dat de EU op dubieuze wijze milieuclubs financierde om hun groene agenda te promoten. Dit is echter een vertekende weergave van de situatie, en roept beelden op van belangenverstrengeling en corruptie. Terwijl in feite de Europese Unie juist de democratie versterkt door te zorgen dat alle stemmen gehoord kunnen worden. De bedrijvenlobby heeft immers miljoenen te besteden, terwijl maatschappelijke organisaties die voor belangen als het milieu opkomen, het moeten hebben van contributies. Om een gelijk speelveld te creëren en te zorgen dat alle belangen voor het voetlicht worden gebracht, geeft de overheid subsidie. Zolang dit op een transparante en verantwoorde manier gebeurt, is dit juist een versterking van de democratie.
De discussie moet gaan over hoe tegenmacht een noodzakelijk tegengewicht biedt aan de invloed van machtige, geldgedreven actoren. Kleine organisaties, NGO’s, stichtingen en actiegroepen hebben vaak niet dezelfde middelen als multinationals of overheden. Zonder publieke steun verliezen zij hun slagkracht en daarmee de mogelijkheid om fundamentele misstanden aan de kaak te stellen. Je kunt niet verwachten dat een NGO, een kleine stichting of een groep Groningers dezelfde macht kan uitoefenen als een miljardenbedrijf dat honderden lobbyisten en advocaten in dienst heeft of wiens CEO rechtstreeks toegang heeft tot ministers.
Aanvallen maatschappelijk middenveld
Aanvallen om het maatschappelijk middenveld in Nederland te verzwakken, zijn in volle gang. Dit gebeurt onder andere door organisaties financieel te raken. Of, zoals in Amerika – door organisaties geheel op te doeken. Maar ook in de Tweede Kamer neemt het inmiddels steeds extremere vormen van (onderbuik)politiek aan, waarbij Kamerleden zich bezighouden met het specifiek uitlichten van 1 organisatie om hun ANBI-status ter discussie te stellen. Dit ondermijnt de onafhankelijkheid van de Belastingdienst – de uitvoerende overheidsorganisatie die op basis van vaste, objectieve criteria bepaalt over de toekenning van een ANBI-status. Deze status kan worden ingetrokken als een organisatie niet voldoet aan de objectieve voorwaarden (bijvoorbeeld bij fraude, misbruik of het niet naleven van transparantie-eisen). Deze beoordeling is een taak van de Belastingdienst, niet van de politiek.
Als de politiek zich gaat bemoeien met individuele gevallen, ontstaat het risico dat beslissingen worden genomen op basis van politieke voorkeuren in plaats van wettelijke normen. Dit ondermijnt de rechtszekerheid, omdat organisaties niet meer kunnen vertrouwen op een eerlijke en voorspelbare beoordeling. Het is het begin van een glijdende schaal waarbij ook andere organisaties om politieke redenen hun ANBI-status kunnen verliezen, wat kan leiden tot selectieve handhaving en mogelijk zelfs tot politieke censuur.
Sommige organisaties met een ANBI-status vertegenwoordigen controversiële of impopulaire standpunten, maar zolang zij aan de wettelijke voorwaarden voldoen, hebben ze recht op fiscale voordelen. Als de politiek zich gaat bemoeien met de ANBI-status, kan dat de vrijheid van meningsuiting en het maatschappelijk debat inperken.
Een gebrek aan politieke wil
Als dit kabinet echt opkomt voor het belang van burgers, zou het controlerende macht van harte omarmen – ook als deze niet haar eigen politieke kleur vertegenwoordigt. Maar hoe we er nu voorstaan, lijkt het beleid vooral de gevestigde belangen te dienen. Belangen die juist worden bedreigd door een krachtige tegenmacht.
Het is tijd dat we onze democratie herwaarderen. Een rechtsstaat vraagt om meer dan mooie woorden. Het vraagt om daden die ervoor zorgen dat iedere burger toegang heeft tot invloed – ongeacht hoe diep hun zakken zijn.
De vraag is dan ook niet of we tegenmacht nodig hebben. De vraag is: waarom wordt ze niet sterker gesteund? Of nog erger: Hoeveel problemen hebben we eigenlijk, als de tegenmacht wordt aangevallen door de macht zelf?
– Marjella Bronkhorst, Lobby & Advocacy Coordinator bij Schone Kleren Campagne