
Vakbondsleider Kalpona Akter: ‘Met de aanpassing van de anti-wegkijkwet worden kledingarbeiders buitengesloten. Dat is onaanvaardbaar.’
Onder het mom van ‘vereenvoudiging’ haalt het Omnibus-voorstel dat op 26 februari werd gepubliceerd de belangrijkste beschermingen weg uit de CSDDD (ook wel bekend als de ‘anti-wegkijkwet’) en andere belangrijke duurzaamheidswetten. Dit is heel slecht nieuws voor kledingarbeiders wereldwijd. Ex-kledingarbeider, mensenrechtenactivist en vakbondsleider Kalpona vertelt waarom de EU due diligence-wetten moet handhaven, niet verzwakken. ‘Claimen bedrijven nu dat het te ingewikkeld is? Nee, het is gewoon ongemakkelijk voor hen om verantwoordelijkheid te nemen.’
Het besluit voor vereenvoudiging van de wet werd niet genomen via openbare consultaties, maar achter gesloten deuren in gesprek met grote bedrijven waarvan sommigen momenteel voor de rechter staan wegens mensenrechtenschendingen. Kalpona staat al tientallen jaren aan de frontlinie in de strijd tegen de misstanden in de kledingindustrie. Uit eigen ervaring weet ze wat dit betekent. We legden haar 5 vragen voor.
1. Wat inspireerde je om voor de rechten van werknemers in Bangladesh te vechten?
‘Ik was pas 12 jaar oud toen mijn moeder me vertelde dat het tijd was om te gaan werken en geld te verdienen voor ons gezin. De kledingfabriek waar ik terechtkwam was overweldigend: er werkten 1800 arbeiders en het lawaai van de machines en het geschreeuw was intens. Er werd continue ‘hurry, hurry, hurry’ geroepen en bij een kleine fout werden mensen verbaal misbruikt. Het was shockerend. Ik herinner me dat ik het schoolplein van mijn school vanaf het dak van de fabriek zag en daarom huilde. Maar dat heb ik nooit tegen mijn moeder verteld. Ik moest gewoon snel volwassen worden en nam de verantwoordelijkheid op me om te zorgen dat mijn familie te eten had.’
‘Twee jaar later verlaagde het management het overwerkloon. Later ontdekte ik dat ze ons al minder betaalden dan ze zouden moeten doen. 92 werknemers gingen in staking. Ik sloot me bij hen aan, ik was nummer 93 en de enige jonge vrouwelijke werkneemster. Uiteraard zei ik hier niets over tegen mijn familie. Na twee dagen onderhandelen wonnen we, maar het management nam wraak door 26 collega’s te ontslaan. Mijn naam stond niet op de lijst, maar het voelde als een kogel die recht langs mijn oor voorbijkwam. Ik had geluk, maar voelde me ook onder druk gezet. Maar dat was het moment waarop ik me realiseerde dat ze ons alles konden afnemen en wij geen bescherming hadden.’
‘Sommige collega’s waren niet blij met de draai van het management en besloten – na hulp te hebben gezocht in andere fabrieken – onze fabriek aan te klagen. Ik kon niet geloven dat zoiets mogelijk was. “Hoe kunnen we ze überhaupt aanklagen? Ze zijn zo machtig. Ze hebben geld. Ze hebben alles wat ze tegen ons kunnen gebruiken”, zei ik. Het antwoord van mijn collega’s veranderde mijn leven: “Er is een wet voor werknemers, en wij worden daaronder beschermd.” Meteen daarna sloot ik me aan bij een team van collega’s voor een training over de rechten van werknemers. Dit moment beschouw ik als mijn wedergeboorte. Ik zal nooit vergeten wat de trainer tegen me zei: “Jij bent een werknemer, en je contract is voor acht uur.” Het was zo simpel, maar zo krachtig. Dat moment veranderde mijn leven. Ik sloot me aan bij mijn collega’s om mee terug te vechten. Die strijd is nooit gestopt.’
2. De wereld herinnert zich nog steeds de Rana Plaza-ramp. Wat is er sindsdien veranderd in de kledingindustrie in Bangladesh, en wat niet?
‘De instorting van Rana Plaza kostte meer dan 1.000 kledingarbeiders het leven. Zij maakten kleding voor bekende merken die in Europa worden verkocht, zoals Benetton, Mango en Primark. Na de ramp zei de EU ‘nooit meer’ – en dat is waarom de CSDDD in het leven werd geroepen.’
‘Na Rana Plaza is er enige vooruitgang geboekt. Het Accord voor Brand- en Gebouwveiligheid – inmiddels het Internationaal Akkoord – bracht bindende verplichtingen om fabrieken veiliger te maken. Voor dat akkoord verloren we gemiddeld 100 werknemers per jaar door branden en instortingen in fabrieken. Sinds het Internationaal Akkoord is dat aantal nul. Na Rana Plaza is het gelukt om enkele veranderingen te realiseren, omdat merken meer verantwoordelijkheid begonnen te nemen en niet meer alleen maar lege beloften deden. Dit komt omdat merken het Internationaal Akkoord ondertekenden en dit een wettelijk bindende overeenkomst is, waardoor verantwoordelijkheid afdwingbaar is. Het laat ook zien dat vrijwillige overeenkomsten jarenlang faalden voor kledingarbeiders. Helaas zien we dat verandering niet tot stand komt door de bescherming van werknemers, maar door het opleggen van verplichte of wettelijk bindende due diligence.’
‘Het is fijn dat fabrieken veiliger zijn door het Internationaal Akkoord. Maar als het gaat om eerlijke lonen, vakbondsrechten en vrijheid van vergelding? Dan is er geen vooruitgang. Het minimumloon is €98-100 per maand – dat is een armoedloon. Toen kledingarbeiders hier vorig jaar tegen protesteerden, schoot de politie vier van hen dood. Daarbij riskeren vijftigduizend werknemers nog steeds – zonder gegronde reden – te worden aangeklaagd hiervoor en staan ze op zwarte lijsten. De strijd voor waardigheid en gerechtigheid gaat door.’
3. De EU zegt dat het Omnibus-voorstel due diligence-wetten vereenvoudigt om bedrijven te helpen. Wat betekent deregulering echt voor arbeiders in toeleveringsketens? Kan verplichte due diligence ‘te kostbaar’ zijn voor grote bedrijven?
‘Ik geloof niet in het argument dat due diligence te kostbaar is. We hebben het over dezelfde bedrijven en merken die al jarenlang enorme winst maken door ons werk. Verplichte due diligence is niet nieuw. Bedrijven zijn zich hier al jaren van bewust, sinds voordat de discussie over de CSDDD begon. Claimen ze nu dat het te ingewikkeld is? Nee, het is gewoon ongemakkelijk voor hen om verantwoordelijkheid te nemen.’
‘Ik vind de vereenvoudiging van de wet een zorgwekkende ontwikkeling waarbij onverantwoordelijke bedrijven en rechtse regeringen deregulering beloven voor macht. Als de EU de CSDDD-wet vereenvoudigt, heeft het geen zin om de wet te behouden. Dan accepteer je dat er weer heel veel fout kan gaan in de keten en dit grote gevolgen heeft voor mens en milieu. In de CSDDD wordt gesproken over leefbare lonen, vrijheid van vereniging, het milieu, dwangarbeid en gender. Dat is hoopvol. Maar de CSDDD kan alleen een verschil maken door de hele toeleveringsketen als er duidelijke verantwoordelijkheden zijn. Met al deze vereenvoudigingen zal de EU de beste dingen van de due diligence-wet verliezen. Teruggaan en de regels mengen met een vrijwillig mechanisme zal het doel van de CSDDD vernietigen. Ik zou zeggen, als de EU echt een vrijwillig mechanisme wilde maken, dan heeft het geen zin om deze due diligence-wet te hebben.’
4. Als de EU due diligence beperkt tot alleen directe leveranciers, wat betekent dat voor kledingarbeiders in Bangladesh?
‘Als je verantwoordelijkheden beperkt tot alleen directe leveranciers, dan zullen ze tussenpersonen aannemen die in EU-landen zoals Nederland zijn gevestigd. Dat zouden dan hun directe leveranciers zijn. Met deze beslissing begrijpen wij als kledingarbeiders dat Europa niet geeft om wie hun producten levert. Of het nu uit Bangladesh of India komt. Het maakt niet uit, want het is niet de verantwoordelijkheid is van grote Europese bedrijven. Dit is onzin. Ik geloof niet in het argument dat het te ingewikkeld is. Populaire fast fashion-merken moeten weten waar ze hun garen en stoffen kopen, en ze moeten verantwoordelijk gehouden worden voor hun gehele toeleveringsketens.’
‘Als de CSDDD beperkt wordt tot de directe leverancier, betekent dit lege woorden voor arbeiders. Wij zouden buitengesloten worden. Dat is onaanvaardbaar.’
5. Wat betekent ethische bedrijfsvoering voor jou?
‘Ethische bedrijfsvoering betekent een baan hebben met waardigheid, met toegang tot rechtvaardigheid. Zonder waardigheid en rechtvaardigheid zijn beloftes leeg. Voor mij betekent dit dat ik toegang tot rechtsmiddelen heb: als mijn rechten geschonden worden, moet ik mijn werkgever voor de rechter kunnen slepen en hem ter verantwoording roepen. Dit is waarom ik vecht voor zakelijke gerechtigheid. Het zorgt ervoor dat werknemers een veilige werkplek hebben, een eerlijk loon betaald krijgen, sociale bescherming hebben en geen gendergerelateerd geweld ervaren. Het betekent dat bedrijven verantwoordelijkheid nemen voor hun impact op mensen en de planeet.’
‘De strijd voor gerechtigheid houdt nooit op. Eerst vecht je voor jezelf, dan voor je collega’s en dan voor de gemeenschap waarin je je bevindt. We moeten blijven strijden, want deze bedrijven en fabrikanten zullen ons onze rechten niet zomaar geven. Ze zijn bereid om zelfs onze wettelijke rechten van ons weg te nemen. Maar verandering is mogelijk als we naast elkaar blijven staan. Als je een extra paar handen nodig hebt, zijn wij er om samen met jou te strijden.’
Dit artikel is een vertaling van een interview met Kalpona Akter door Sabela Gonzalez Garcia van de European Coalition for Corporate Justice. Foto: Jef Van Cleynenbreugel.