Op 19 mei 2019 heeft het Hooggerechtshof in Bangladesh een Memorandum of Understanding (MoU) goedgekeurd die eerder in de maand werd overeengekomen door de stuurgroep van het Bangladesh Akkoord en de werkgeversorganisatie in Bangladesh (BGMEA). In de MoU is vastgelegd dat het Akkoord-werk wordt voortgezet in Bangladesh voor een overgangsperiode van 281 werkdagen. Tijdens deze periode wordt er een nieuwe organisatie opgericht met de BGMEA, het zogenaamde RMG Sustainability Council (RSC), dat alle taken van het Akkoord gaat overnemen in 2020.

De overeenkomst maakt een einde aan een periode van onzekerheid over de toekomst van het Akkoord in Bangladesh en verzekert een voortzetting van het werk voor een jaar. Maar omdat nog niet geheel duidelijk is wat de directe invloed op het werk van het Akkoord zal zijn, is het gevoel van onzekerheid niet helemaal weggenomen. Media en vertegenwoordigers van arbeiders in Bangladesh vragen zich ook af of de MoU de onafhankelijkheid van het Akkoord aantast en meer macht geeft aan fabriekseigenaren. “Het zal negatieve gevolgen hebben”,voorspelt vakbondsleider Babul Akther tegen AFP.

 

Directe consequenties
Volgens de MoU zullen de verbeterplannen beoordeeld worden in samenwerking met een ‘BGMEA-unit’. De aanwezigheid van de BGMEA-unit in het kantoor van het Akkoord en de functies die het krijgt, baart zorgen. Zo zijn er vragen over de invloed van werkgevers op het onafhankelijk besluitvormingsproces van Akkoord-medewerkers. Bovendien kan de fysieke aanwezigheid van werkgevers op het kantoor, het vertrouwen van arbeiders in het klachtenmechanisme, een krachtig en succesvol bewezen instrument van het Akkoord, negatief beïnvloeden.

Er wordt gevreesd dat de BGMEA, die regelmatig publiekelijk het werk van het Akkoord heeft afgedaan als zijnde inmenging van zaken, zal proberen om via de unit ongepaste invloed uit te oefenen op het onafhankelijk functioneren van het Akkoord tegen de intentie van de MoU in. Deze vrees wordt versterkt door een recente persverklaring door de BGMEA, waarin wordt gesuggereerd dat er geen fabrieken worden gesanctioneerd en gesloten zonder dat de BGMEA daar toestemming voor geeft, waar de MoU enkel spreekt over ‘samenwerking’. De MoU is voor verschillende interpretaties vatbaar en is er dan ook dringend opheldering nodig.

 

Vragen en zorgen over de RMG Sustainability Council
De RSC zal de infrastructuur van het Akkoord overnemen, het werk voortzetten en op hetzelfde niveau transparantie bieden. Maar er bestaat nog veel onduidelijkheid over de besluitvormingsstructuur en het financierings- en handhavingsmechanisme. Heeft de nieuwe organisatie eenzelfde juridisch bindend karakter als het Akkoord? Hebben vakbonden nog steeds de helft van het aantal stemmen in de nieuwe structuur of kunnen ze worden weggestemd door bedrijven en werkgevers? Het is onduidelijk waarom maatschappelijke organisaties uit de nieuwe structuur zijn geschreven – zo lijkt – en wat dit betekent voor het niveau van transparantie; hoe moet dit worden geïnterpreteerd in een land waar vakbonden en het recht op organisatie onder grote druk staan? Nu er een tijdsgebonden overgangsperiode is afgesproken is de vraag wat er gebeurd is met de afspraken die gemaakt zijn met de BGMEA en met de overheid van Bangladesh in 2017.
Er is toen afgesproken dat het Akkoord zijn taken zou overdragen aan een veiligheidsorganisatie in Bangladesh op het moment dat de overheid in Bangladesh zou kunnen aantonen dat er voldoende (technische) capaciteit en menskracht is om alles van het Akkoord over te nemen inclusief procedures voor transparantie, rapportage en handhaving.

In het belang van de veiligheid van de kledingarbeiders in Bangladesh is het van groot belang garanties te krijgen dat de nieuwe organisatie zal werken op basis van dezelfde principes en criteria die het Akkoord geloofwaardig en succesvol maken. Dit houdt in:

  • Onafhankelijke (zonder tussenkomst van bedrijven) en transparante inspecties
  • Trainingen aan arbeiders en een goedwerkend en betrouwbaar klachtenmechanisme voor arbeiders (zonder dat arbeiders bang hoeven te zijn voor repercussies)
  • Een sterk en betrouwbaar handhavingsmechanisme waarbij vakbonden de mogelijkheid hebben om afspraken af te dwingen via bindende arbitrage
  • Onafhankelijk Akkoord leiderschap waarbij de hoofd veiligheidsinspecteur onafhankelijk besluiten kan nemen over (follow up) inspecties en verbeterplannen kan beoordelen.

Extra info artikel uit Reuters: Bangladesh garment unions say new factory oversight deal risks worker safety

Gerelateerd nieuws