Het is zeer de vraag of wetgeving voor maatschappelijk verantwoord ondernemen straks wel effectief is als door het gebruik van zogenaamde ‘drempelwaarden’ de wetgeving alleen maar van toepassing is op een beperkte groep grote bedrijven in de Nederlandse kleding- en textielsector. Een analyse van Schone Kleren Campagne (SKC) en SOMO laat zien dat bij een minimumgrens van 250 werknemers slechts vijf procent van de bedrijven in de sector te maken krijgen met een verplichting tot verantwoord en duurzaam ondernemen. Gezien de ernstige misstanden in de kledingsector, waaronder uitbuiting, kinderarbeid en onderbetaling, is het van groot belang dat toekomstige wetgeving gaat gelden voor alle bedrijven.

 

Reikwijdte van IMVO wetgeving

Verschillende beleidsevaluaties en onderzoeken hebben aangetoond dat vrijwillige maatregelen voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) onvoldoende zijn om misstanden in de toeleveringsketens van bedrijven aan te pakken. Diverse landen, waaronder Nederland en de Europese Commissie, werken daarom aan een wettelijke verplichting voor bedrijven om mensenrechtenschendingen en milieuschade in hun ketens te voorkomen. Onderdeel van de discussie is de reikwijdte van de wet: voor welke bedrijven moet een verplichting om verantwoord te ondernemen gelden? In Nederland is een wetsvoorstel ingediend dat 250 werknemers als ondergrens hanteert.

 

Uit de analyse van SOMO en SKC blijkt dat van de bedrijven die deelnemen aan het Convenant Duurzame Kleding en Textiel (CKT) bij een grens van 250 werknemers slechts een derde van de deelnemers aan een wettelijke verplichting tot verantwoord ondernemen moeten voldoen. Op sectorniveau is het contrast nog groter: naar schatting valt 95 procent van de bedrijven in de sector onder de grens van 250 werknemers en dus buiten het bereik van het wetsvoorstel.

 

Bram Joanknecht (SKC):  “Deze beperkingen zijn zeer problematisch. De misstanden in de kleding- en textielsector zijn groot en vragen om serieuze actie van alle bedrijven. Het werken met drempelcriteria in de kledingindustrie, zoals ook gesuggereerd door de Nederlandse overheid en werkgeversorganisaties, zorgt ervoor dat het bestaande vrijwillige, ineffectieve systeem zonder verplichting tot het voorkomen van mensenrechtenschendingen in ketens voor de meeste bedrijven blijft voortbestaan.”

 

Wetgeving moet gelden voor alle bedrijven

Internationale normen, zoals de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen, benadrukken dat alle ondernemingen, ongeacht hun omvang, een verantwoordelijkheid hebben om mensenrechten en het milieu te respecteren. Effectieve en zinvolle wetgeving voor gepaste zorgvuldigheid zou dus geen beperking in reikwijdte moeten kennen. Alleen als alle Nederlandse bedrijven worden verplicht om zorgvuldigheidsprincipes toe te passen in hun toeleveringsketen krijgen we wetgeving die echt werkt.

 

Het volledige (Engelstalige) rapport is hier: SKC SME report 2021 (1)

en via somo.nl te raadplegen.

 

Verder lezen? Zie hier een uitgebreid rapport van SKC over IMVO-wetgeving: http://cleanclothes.org/file-repository/fashioning_justice.pdf/view

Gerelateerd nieuws
7 juli 2022
Klachtenprocedure tegen C&A stelt teleur
Arbeiders kledingfabriek in Myanmar de dupe Vandaag publiceert de Klachten- en Geschillencommissie van het voormalige Nederlandse Convenant Duurzame Kleding en Textiel (CKT) haar definitieve uitspraak…